ISRAËLS OVERBLIJFSEL

VRAAG

Veel profetieën spreken er over dat God Zijn volk terug zal brengen naar het Beloofde Land. Dit zien we al een heel aantal jaren gebeuren. Ik zie dit als een bevestiging dat God bestaat. Hij heeft ook bij alle oorlogen die zij sinds 1948 hebben moeten voeren hen op wonderbaarlijke manier de overwinning gegeven, terwijl dit menselijk gezien niet had gekund. Er staat ook in de Bijbel dat 2/3 deel van Israël vernietigd zal worden een 1/3 zal worden gelouterd zoals goud door het vuur.

Mijn vraag: Gaat God Zijn volk naar het land terugbrengen en dan nog 2/3 doden of is deze 2/3 al in de geschiedenis om het leven gekomen?

ANTWOORD

De vraag vindt zijn oorsprong in Zacharia 13:8-9. Daar staat: “Het zal gebeuren, spreekt de HEERE, dat in heel het land twee derde ervan uitgeroeid zal worden en de geest zal geven, en een derde ervan zal overblijven. Ik zal dat derde deel in het vuur brengen en het louteren, zoals men zilver loutert. Ik zal het beproeven, zoals men goud beproeft. Het zal Mijn Naam aanroepen en Ík zal het verhoren. Ik zal zeggen: Dit is Mijn volk; en zij zullen zeggen: De HEERE is mijn God”.

Om te ontdekken over wie dit gaat, zullen we moeten beginnen te lezen in Zacharia 12. In dit hoofdstuk spreekt Zacharia eerst over een verbond van volken die oprukken tegen Jeruzalem, om daar hun einde te vinden (Zacharia 12:1-9). De leiders van Juda (vers 6) krijgen de kracht om de vijand te bestrijden, terwijl God Zelf niet zichtbaar is.

Fase twee

Daarna wordt de tweede fase beschreven, waarbij de HEERE wel verschijnt (Zacharia 12:10-14). Zij zullen Hem aanschouwen, Die zij doorstoken hebben. Toen Jezus Christus op aarde aanwezig was, hebben ze Hem doorstoken. Die verheerlijkte Jezus zal terugkeren om Zich aan Zijn volk te vertonen, bij de wederkomst op de Olijfberg.

Het eerste gevolg is rouwklacht, omdat ze beseffen dat ze in Hem God Zelf op de kaak hebben geslagen (Micha 4:14). Echt geestelijk herstel begint met een rouwklacht over de eigen zonden tegenover God. Zij zullen de Heer Jezus zien en Hem herkennen als de door hen Verworpene. Ze zullen Hem ook zien als Degene Die God heeft gesteld als een genadetroon.

De verzen 7-9 beslaan de periode vanaf het kruis tot in het duizendjarig vrederijk met een groot gat in de tijd tussen vers 7 en vers 8. Vers 7 ziet terug op de kruisdood van de Heer Jezus en de gevolgen daarvan voor de Zijnen, Zijn schapen. Vers 8 ziet vooruit naar de nabije toekomst. Twee derde zijn de goddelozen vanuit het volk. Zij komen om in de eindoordelen. Een derde ervan is het overblijfsel, de kleinen van vers 7, tot wie God Zijn hand zal wenden.

Overblijfsel

Het overblijfsel, dat derde deel, zal in “het vuur” van de beproeving, dat is de grote verdrukking, komen (vers 9). Gelouterd komen ze uit de grote verdrukking om dan het vrederijk binnen te gaan. Goud en zilver worden gesmolten omdat deze metalen alleen dan gereinigd kunnen worden van het onreine, zodat er zuiver zilver en zuiver goud overblijft waarvan de edelsmid iets moois kan maken (Spreuken 25:4). Het kan alleen gereinigd worden als het gesmolten wordt.

In de vuuroven van de beproeving vindt een louteringsproces plaats dat door de Heer Zelf bij Zijn komst wordt voltooid. “Doch wie kan de dag van zijn komst verdragen, en wie zal bestaan, als Hij verschijnt? Want Hij zal zijn als het vuur van de smelter en als het loog van de blekers. Hij zal zitten, het zilver smeltend en reinigend. Hij zal de zonen van Levi reinigen, Hij zal hen louteren als goud en als zilver, opdat zij de Here in gerechtigheid offer brengen (Maleachi 3:2-3a).

Ook Petrus gebruikt dit beeld in zijn eerste brief voor de loutering van het geloof en dat met het oog op de openbaring van de Heer Jezus. Hij schrijft: “Daarin verheugt u zich, ook al wordt u nu voor een korte tijd – als het nodig is – bedroefd door allerlei verzoekingen, opdat de beproeving van uw geloof – die van groter waarde is dan die van goud, dat vergaat en door het vuur beproefd wordt – mag blijken te zijn tot lof en eer en heerlijkheid, bij de openbaring van Jezus Christus”. (1Petrus 1:6-7).

Uit de nood van de beproeving zullen zij de Naam van de HEERE aanroepen en Hij zal hen verhoren. Dan is het resultaat van het reinigingsproces bereikt, het herstel van de betrekking tussen God en Zijn volk. De HEERE zal hen weer als Zijn volk erkennen, zoals we in Jeremia 30:22 kunnen lezen: “En u zult Mij tot een volk zijn en Ík zal u tot een God zijn” en zij zullen erkennen dat de HEERE hun God is.

4 1
Artikelbeoordeling
Abonneren op
guest

0 Reacties